In deze zaak hadden twee echtgenoten die in gemeenschap van goederen waren getrouwd, in hun beider testamenten de toenmalige ouderlijke boedelverdeling opgenomen. Dit betekende dat toen de man overleed, zijn vrouw de gehele nalatenschap kreeg toebedeeld. Hun zoon verkreeg een onderbedelingsvordering op zijn moeder, waarbij het testament bepaalde dat deze vordering pas opeisbaar was bij het overlijden, hertrouwen in gemeenschap van goederen, faillissement of surséance van betaling van de moeder. Vervolgens stelden de moeder en haar zoon bij de notaris een akte op waarin de opeisbaarheidsgronden werden uitgebreid: de hoofdsom van de onderbedelingsvordering zou ook opeisbaar zijn als de moeder zou verhuizen naar een verpleeghuis of bejaardentehuis. Een jaar later droeg de moeder de economische eigendom van een woning over aan haar zoon, waarbij de koopprijs voor een deel werd verrekend met de onderbedelingsvordering. Het restant van de koopprijs werd kwijtgescholden.
De inspecteur vond dat de afwijkingen van het testament ertoe leidden dat de zoon bij het overlijden van zijn moeder een fictief voordeel uit erfenis genoot. De rechtbank was het met de inspecteur eens. Het zou anders zijn geweest als de moeder een compenserende vergoeding had ontvangen voor de afwijkingen van het testament. Maar omdat dit niet het geval was, was na het overlijden van de moeder de belastbare nalatenschap hoger als gevolg van het fictieve voordeel uit erfenis.
Bron: Rb. Den Haag, 8-3-2019 (gepubl. 26-4-2019)
Terecht bedrag aangegeven voor privégebruik woning voor btw
/in Client Online /doorBron: Rb. Noord-Nederland 23-4-2019
Preventie belangrijker dan handhaving bij arbo
/in Client Online /doorOok verwijst het VNO-NCW naar het recente voorstel van de Commissie Van Straalen die het kabinet adviseert over verbetering van regelgeving voor het MKB.
Deze Commissie adviseerde tot verdere vereenvoudiging van bestaande elektronische middelen, zoals een eenvoudige online tool om die RIE in te vullen. Verder kunnen die middelen meer worden voorzien van een sectorspecifiek menu om zo min mogelijk tijd verloren te laten te laten gaan.
Bron: VNO-NCW, 26-04-2019
Afwijking van testament kan fiscale gevolgen hebben
/in Client Online /doorDe inspecteur vond dat de afwijkingen van het testament ertoe leidden dat de zoon bij het overlijden van zijn moeder een fictief voordeel uit erfenis genoot. De rechtbank was het met de inspecteur eens. Het zou anders zijn geweest als de moeder een compenserende vergoeding had ontvangen voor de afwijkingen van het testament. Maar omdat dit niet het geval was, was na het overlijden van de moeder de belastbare nalatenschap hoger als gevolg van het fictieve voordeel uit erfenis.
Bron: Rb. Den Haag, 8-3-2019 (gepubl. 26-4-2019)
Veel nieuwe banen in 2018
/in Client Online /doorEind 2018 moesten werkgevers 43.500 extra banen realiseren ten opzichte van de nulmeting. De trendrapportage laat zien dat er tot en met het vierde kwartaal van 2018 in totaal 53.390 extra banen zijn gerealiseerd. De netto ontwikkeling (het saldo van de extra inclusieve banen minus de verloren inclusieve banen) ten opzichte van de nulmeting ziet er als volgt uit:
40.942 extra banen via een regulier dienstverband, waarvan 2.607 bij de overheid en 38.335 in de markt.
12.448 extra banen via een uitzendcontract of detachering; deze zijn nu nog niet onder te verdelen naar overheid en markt.
Bron: AWVN, 26-4-2019
Salderingsregeling zonnepanelen verlengd tot 2023
/in Client Online /doorVoor de geleidelijke afbouw van de salderingsregeling is het voor de Belastingdienst noodzakelijk dat eigenaren van zonnepanelen beschikken over een meter die de levering en teruglevering van energie afzonderlijk kan meten. Dit wordt een meter met een dubbel telwerk genoemd. Vanaf 1 januari 2023 moeten huishoudens en mkb-bedrijven met zonnepanelen verplicht over zo’n meter beschikken, zodat de geleidelijke afbouw van de salderingsregeling in 2023 kan starten.
Bron: Min. van EZ&K, 26-4-2019
Grote ondernemingen moeten MKB en zzp’er sneller betalen
/in Client Online /doorSinds 16 maart 2013 moeten bedrijven, zonder dat er iets is vastgelegd over de betalingstermijn, facturen binnen dertig dagen aan elkaar betalen. Indien van de betalingstermijn wordt afgeweken moet dit in een overeenkomst worden vastgelegd tot een maximumtermijn van 60 dagen. Hiervan mag niet worden afgeweken tenzij aangetoond kan worden dat een langere betaaltermijn voor geen van beide partijen nadelig is. De overheid is nu al verplicht om binnen dertig dagen te betalen.
Bron: Min. van EZK, 26-4-2019
Vakantie- en brievenbuswoning geen eigen woning
/in Client Online /doorToch geeft de vrouw de woning in haar aangifte IB over 2013 en 2014 op als eigen woning. De Belastingdienst legde de aanslag conform de aangifte op, maar legt naderhand alsnog een navorderingsaanslag op. De vrouw stelt dat de fiscus niet kan navorderen. Zij bestrijdt dat sprake is van een kenbare fout in de aanslag, omdat het verschil tussen de geheven en verschuldigde belasting minder dan 30% is. Hof Den Bosch erkent dat door dit kleine verschil niet automatisch sprake is van een kenbare fout. Maar de Belastingdienst kan ook op andere manieren bewijzen dat sprake is van een kenbare fout. In deze zaak heeft de inspecteur in voorgaande jaren al het standpunt ingenomen dat de woning geen eigen woning was. De vrouw mag vanwege het ontbreken van verdere correspondentie over dit punt niet zomaar ervan uitgaan dat de inspecteur van mening is veranderd. Het hof oordeelt dat de aanslag een kenbare fout bevat zodat navorderen is toegestaan.
Bron: Hof Den Bosch 15-02-2019 (gepubl. 28-04-2019)
Gunstige schikken door succesvolle disculpatie
/in Client Online /doorIn 2018 oordeelt de Hoge Raad in de cassatieprocedure dat de bestuurders de gelegenheid moesten krijgen om aan te tonen dat de verslechtering van de verhaalsmogelijkheden van de fiscus niet hun schuld was. De bestuurders grijpen deze kans met beide handen aan. Tegen de tijd dat het verwijzingshof Den Haag uitspraak doet, hebben de bestuurders en de ontvanger besloten het geschil te beëindigen. De ontvanger verlaagt de beschikking aansprakelijkstelling voor elke bestuurder tot € 10.000. Daar tegenover staat dat de bestuurders zich verplichten om binnen veertien dagen na de hofuitspraak € 5.000 te betalen aan de ontvanger. Een fractie dus van het oorspronkelijke bedrag van de beschikking aansprakelijkstelling. Nu de fiscus deels de bestuurders is tegemoetgekomen, verklaart het hof hun beroep gegrond. Dit levert de bestuurders ook nog eens een vergoeding van de (forfaitaire) proceskosten en het griffierecht op.
Bron: Hof Den Haag 16-04-2019
KIA eerst berekenen, dan verdelen over vennoten
/in Client Online /doorBron: Hof Den Haag 3-4-2019
Standaard-karakter cao verzet zich tegen OR-afspraken
/in Client Online /doorDe aanleiding voor de procedure vormde het vastgelopen sectoroverleg over werkgelegenheid in de containersector. APMTR heeft toen in samenspraak met de OR een eigen werkgelegenheidsprogramma opgesteld (het ‘Akkoord’). Naar aanleiding van dit Akkoord is op 7 januari 2016 door APMTR een aanvulling op de individuele arbeidsovereenkomst (de ‘Aanvulling’) opgesteld. APMTR had de Aanvulling aan al haar werknemers verstuurd met het verzoek daarmee in te stemmen. Circa 85% van de werknemers van APMTR had met de Aanvulling ingestemd. Volgens de vakbonden staat het standaardkarakter van de cao niet toe dat deze afspraken worden gemaakt, ook niet als werknemers hier per saldo beter van worden.
Het hof oordeelt dat het standaardkarakter van de cao zich inderdaad tegen toepassing van de Aanvulling verzet. Dat het beroep op de nietigheid van art. 12 Wet CAO naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, wordt door het hof verworpen. De gevolgen van deze uitspraak blijven beperkt tot de gebonden werknemers.
Bron: Hof Den Haag 2-4-2019