De rapportage geeft een beeld van de stand van zaken van cao-afspraken op het gebied van de contractloonontwikkeling, de onderkant van het loongebouw, doorgroei in loonschalen, afstand tot de arbeidsmarkt, normale arbeidsduur, bovenwettelijke aanvullingen bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid, flexibele beloning, contracten voor bepaalde tijd, duurzame inzetbaarheid en bevordering van (een bredere) inzetbaarheid. Het onderzoek is gebaseerd op een steekproef van 99 cao’s. Onder deze cao’s vallen circa 4,5 miljoen werknemers (80% van alle werknemers onder een cao).
Volgens de rapportage bedroeg de gemiddelde contractloonontwikkeling in 2017 1,6%. In 2016 lag de contractloonontwikkeling een halve procentpunt hoger. De contractloonmutatie in 2017 loopt uiteen van gemiddeld 1,2% in de overheidssector, 1,7% in de marktsector tot 1,8% in de zorgsector. Het hoogst was de contractloonontwikkeling in de sector vervoer en communicatie (1,9%) en het laagst in de sectoren landbouw en visserij, zakelijke dienstverlening en overige dienstverlening (1,6%).
Volgens de voorlopige cijfers van 2018 is dit jaar de contractloonstijging iets hoger (1,8%). Dit cijfer is gebaseerd op 52 cao-akkoorden. Rekening houdend met de overloopeffecten uit vorige jaren komt de gemiddelde contractloonmutatie voor 2018 op jaarbasis uit op 1,9%.
Bron: Min SZW 26-06-2018
Vaststellingsovereenkomst kan schenking betekenen
/0 Reacties/in Client Online /door ApptomorrowVolgens de inspecteur was er sprake van een schenking, aangezien de huwelijkse voorwaarden iedere vorm van een huwelijksgemeenschap uitsloten, vrijwel het gehele vermogen door de man was ingebracht en er geen vermogen was dat voor verrekening in aanmerking kwam. De vaststellingsovereenkomst leidde ertoe dat de vrouw een vordering van € 10 miljoen kreeg op haar man. Door deze vermogensverschuiving was de man verarmd en de vrouw verrijkt. De vrouw voerde aan dat er sprake was van voldoening aan een natuurlijke verbintenis, aangezien zij altijd had meegewerkt in de onderneming van haar man en hiervoor nooit betaald had gekregen. Zij stelde dat haar echtgenoot zich zodoende gedwongen voelde om de genoemde betaling te doen. Maar volgens het hof was de arbeid die de vrouw had verricht gebruikelijk tussen echtgenoten onderling en was niet gebleken dat er sprake was van meer arbeid, aangezien de echtgenoot het altijd voor het zeggen had gehad binnen het concern. Ook was volgens het hof niet aannemelijk dat de werkzaamheden van de vrouw een beloning van € 10 miljoen waard waren. Het hof oordeelde dan ook dat er sprake was van een schenking.
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden, 03-01-2019
Overgangsrecht privégebruik auto van de zaak legitiem
/0 Reacties/in Client Online /door ApptomorrowDe Hoge Raad overweegt dat een wetswijziging niet als discriminatie kan worden aangemerkt. Anders zouden wetswijzigingen niet meer mogelijk zijn. Hetzelfde geldt voor toevoeging van overgangsrecht. Er is pas sprake van discriminatie als een redelijke en objectieve rechtvaardiging van de vastgestelde ongelijkheid ontbreekt. Uit de totstandkomingsgeschiedenis van de overgangsregeling volgt dat met de bepaling is beoogd
aan te sluiten bij de actuele ontwikkelingen van factoren over het privégebruik en de kosten van auto’s van de zaak van invloed op de benadering van de gemiddelde waarde van het voordeel voor privégebruik;
te verhinderen dat op privégebruik van een auto die vóór 2017 in het buitenland in gebruik is genomen de bijtelling van 22% van toepassing is en niet op auto die voor het eerst te naam is gesteld in het Nederlandse kentekenregister vóór 2017;
de complexiteit van de uitvoering van de regeling te beperken;
rechtszekerheid te bieden aan automobilisten die vóór 2017 een leasecontract hebben gesloten tegen een bijtellingstarief waarvan bij de keuze van de auto is uitgegaan.
Bron: HR 11-01-2019
Verlaging legestarieven IND
/0 Reacties/in Client Online /door ApptomorrowBron: IND
HIR naar rato bij niet volledig dezelfde economische functie
/0 Reacties/in Client Online /door ApptomorrowBron: Hoge Raad, 11-01-2019
Arbeidsovereenkomst én cao van toepassing bij Deliveroo
/0 Reacties/in Client Online /door ApptomorrowVervolgens gaat de rechter inhoudelijk in op de arbeidsverhouding bij Deliveroo. De kantonrechter overweegt dat of sprake is van een arbeidsovereenkomst wordt bepaald door alle omstandigheden van het geval, in onderling verband bezien. Daarbij is niet zozeer doorslaggevend hoe partijen de overeenkomst noemen of kwalificeren, maar welke rechten en verplichtingen zij daarbij over en weer beoogd hebben en in hoeverre daaraan feitelijk uitvoering is gegeven. Naarmate er over een contract meer is onderhandeld, kan aan de schriftelijke vastlegging van die partijbedoeling meer waarde worden gehecht. Volgens de kantonrechter is er in het geval van Deliveroo en haar bezorgers sprake van een standaardcontract, dat eenzijdig door Deliveroo is opgesteld en niet onderhandelbaar is. In zo’n situatie kan voor de bedoeling van partijen aan de weergave in het schriftelijk contract geen doorslaggevende betekenis worden gehecht, zeker niet voor de bedoeling van de bezorger.
De kantonrechter gaat vervolgens de verschillende elementen van een arbeidsovereenkomst – gezagsverhouding, loon, persoonlijke arbeid – na om te beoordelen of sprake is van een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter komt tot de slotsom dat de aard van het werk en de rechtsverhouding tussen partijen sinds begin 2018 niet zodanig wezenlijk zijn gewijzigd dat niet langer sprake is van het verrichten van arbeid op basis van een arbeidsovereenkomst.
Ook op een ander punt behaalt FNV een succes bij de kantonrechter. De vakbond heeft zich het afgelopen jaar telkens op het standpunt gesteld dat de werkzaamheden bij Deliveroo onder de werkingssfeer van de cao Beroepsgoederenvervoer vallen. De rechter is het met de FNV eens dat de bezorging van maaltijden door Deliveroo moet worden gekwalificeerd als vervoer van goederen over de weg en daarmee onder de cao van die sector valt. Deliveroo is daarmee verplicht de cao met terugwerkende kracht na te leven voor de perioden dat die cao algemeen verbindend is verklaard.
Bron: Kt. Amsterdam 15-01-201
Cao-rapportage 2017
/0 Reacties/in Blogartikel /door BeheerderDe rapportage geeft een beeld van de stand van zaken van cao-afspraken op het gebied van de contractloonontwikkeling, de onderkant van het loongebouw, doorgroei in loonschalen, afstand tot de arbeidsmarkt, normale arbeidsduur, bovenwettelijke aanvullingen bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid, flexibele beloning, contracten voor bepaalde tijd, duurzame inzetbaarheid en bevordering van (een bredere) inzetbaarheid. Het onderzoek is gebaseerd op een steekproef van 99 cao’s. Onder deze cao’s vallen circa 4,5 miljoen werknemers (80% van alle werknemers onder een cao).
Volgens de rapportage bedroeg de gemiddelde contractloonontwikkeling in 2017 1,6%. In 2016 lag de contractloonontwikkeling een halve procentpunt hoger. De contractloonmutatie in 2017 loopt uiteen van gemiddeld 1,2% in de overheidssector, 1,7% in de marktsector tot 1,8% in de zorgsector. Het hoogst was de contractloonontwikkeling in de sector vervoer en communicatie (1,9%) en het laagst in de sectoren landbouw en visserij, zakelijke dienstverlening en overige dienstverlening (1,6%).
Volgens de voorlopige cijfers van 2018 is dit jaar de contractloonstijging iets hoger (1,8%). Dit cijfer is gebaseerd op 52 cao-akkoorden. Rekening houdend met de overloopeffecten uit vorige jaren komt de gemiddelde contractloonmutatie voor 2018 op jaarbasis uit op 1,9%.
Bron: Min SZW 26-06-2018
Objectieve kenmerken bepalen of sociaal plan RVU is
/0 Reacties/in Blogartikel /door BeheerderEen vennootschap heeft in verband met een reorganisatie, volgens het afspiegelingsbeginsel boventallige werknemers aangewezen en een ‘vrijwilligers en plaatsmakersregeling’ opgezet. Boventallige werknemers en werknemers die gebruikmaken van de plaatsmakersregeling ontvangen een beëindigingsvergoeding. De vergoeding wordt berekend op basis van de kantonrechtersformule en bedraagt maximaal de redelijkerwijs te verwachten inkomensderving tot het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Bij de berekening van de vergoeding wordt rekening gehouden met de uitkeringsrechten waarop een werknemer aanspraak kan maken. De vennootschap heeft de inspecteur verzocht om bij beschikking te bepalen dat de vergoeding niet wordt aangemerkt als een vergoeding uit hoofde van een regeling voor vervroegde uittreding (RVU). De inspecteur meent dat een dergelijke beschikking niet kan worden afgegeven. Bij een plaatsmakersregeling kan volgens de inspecteur niet vooraf aan de hand van objectieve criteria worden vastgesteld of het collectieve ontslag al dan niet leeftijdsafhankelijk is. Verder meent de inspecteur dat uit de feitelijke uitstroom is gebleken dat de regeling een RVU is.
De Hoge Raad geeft aan hoe men de vraag of sprake is van een regeling voor vervroegde uittreding (RVU) moet beantwoorden. Daarbij is bepalend of de uitkeringen of verstrekkingen uit de desbetreffende regeling zijn bedoeld om het inkomen van de ex-werknemer te overbruggen of aan te vullen tot zijn pensioendatum. De beweegreden van de werkgever om deze uitkeringen te verstrekken zijn niet van belang, net zomin als de reden voor de werknemer om deel te nemen aan deze regeling. Men moet evenmin rekening houden met de feitelijke uitstroom van de werknemers en de hoogte van het feitelijk overeengekomen beëindigingsvergoeding. De Hoge Raad oordeelt dat Hof Den Bosch op dit punt een steek had laten vallen. Maar uiteindelijk had het hof terecht geoordeeld dat een plaatsmakersregeling niet kwalificeerde als een RVU. De Hoge Raad verklaart daarom het cassatieberoep van de staatssecretaris van Financiën ongegrond.
Bron: HR 22-06-2018
Declaratieformulier
/0 Reacties/in Downloads, Formulieren /door BeheerderDeclaratieformulier downloaden
Model kasbladen
/0 Reacties/in Downloads, Formulieren /door BeheerderKasbladen downloaden
Kilometerdeclaratie
/0 Reacties/in Downloads, Formulieren /door Beheerder2013kilometerdeclaratie downloaden