Personeelsadministratie: uitbesteden of niet?
Voor elk bedrijf in Nederland dat werknemers heeft is het verplicht een heldere personeelsadministratie bij te houden. Dat geldt voor grote ondernemingen, maar net zo goed voor ZZP’ers die personeel inhuren. Het zelf doen van alle boekhouding, inclusief de personeelsadministratie, lijkt een interessante optie. Maar wat zijn de voordelen ervan ten opzichte van de administratie uitbesteden aan een administratief dienstverlener? Besseling Administratie Services uit Nieuwegein vertelt u er alles over in deze blog.
Wat houdt de personeelsadministratie in?
Bedrijven met personeel vervullen een belangrijke rol in de Nederlandse economie en hebben daarom een bepaalde verantwoordelijkheid naar de maatschappij toe. Dit wordt weerspiegeld in de personeelsadministratie en de regels waaraan deze moet voldoen volgens de overheid en de belastingdienst. Er moet een duidelijk personeelsdossier worden bijgehouden met een goede loonadministratie. Zaken die hierin naar voren komen zijn onder meer:
- Het maken van loonbelastingverklaringen
- Het berekenen van het bruto- en nettoloon van het personeel
- Het maken van salarisstroken
- Het invoeren van salarisschalen in uw onderneming
- Het voeren van een personeelsplan
- Onkostenvergoedingen voor het personeel administreren
Waar moet ik rekening mee houden?
Als u goed onderlegd bent in dergelijke administratieve taken en u heeft genoeg tijd over naast het werk voor uw onderneming om deze administratie zelf te doen, dan is dat natuurlijk een goede oplossing. Maar voor de meeste bedrijven is het uitbesteden van deze administratie een veiligere en handigere oplossing. Het is veiliger omdat u ervan verzekerd bent dat er geen fouten in uw administratie ontstaan waar u later verantwoordelijk voor kunt worden gehouden en het is handiger omdat u zich over de hele administratie geen zorgen meer hoeft te maken en u zich kunt bezighouden met waar uw onderneming zich op richt.
Er is wel een tussenweg. Door middel van online boekhouden, is het mogelijk om zelf een groot deel van uw boekhouding online bij te houden in een door uw administratiedienstverlener beheerd online boekhoudingsprogramma. Zo houdt u zelf de controle over uw boekhouding, maar bent u ervan verzekerd dat er professionals met u meekijken om ervoor te zorgen dat uw boekhouding aan alle wettelijke vereisten voldoet.
Uw personeelsadministratie uitbesteden of online boekhouden? Neem eens contact op met Besseling Administratie Services uit Nieuwegein.

De moeder van een autistische en verstandelijk beperkte zoon heeft de verpleging en verzorging van haar zoon op zich genomen. De zoon heeft in 2013 persoonsgebonden budget (PGB) ontvangen van € 48.315. De vrouw heeft € 38.570 uit het PGB ontvangen. Zij heeft dit bedrag, verminderd met kosten, als resultaat uit overige werkzaamheden aangegeven. In 2014 heeft de vrouw een bedrag aan het Zorgkantoor betaald dat de zoon ten onrechte als PGB heeft ontvangen. De vrouw heeft die terugbetaling ook als kosten in haar aangifte 2013 opgenomen. In geschil bij Hof Den Bosch is de aftrekbaarheid van het terugbetaalde bedrag aan PGB. Hof Den Bosch is van mening dat de terugbetaling PGB door de vrouw niet is aan te merken als een terugbetalingsverplichting van haar zelf. Daarom komt de terugbetaling niet op het inkomen van de moeder in mindering. Het hof laat dan nog de vraag onbeantwoord of de terugbetaling in 2014 wel aan 2013 kan worden toegerekend. De vrouw heeft bovendien niet inzichtelijk gemaakt welke posten tot welke bedragen door het Zorgkantoor niet zijn goedgekeurd en waarom deze niet zijn goedgekeurd. De vrouw toont daarmee volgens het hof ook niet aan dat zij met de terugbetaling van door haar zoon onterecht ontvangen PGB een uitgave heeft gedaan voor de door haar verrichte werkzaamheden als zorgverlener.
In de vorig jaar gepubliceerde Roadmap Digitaal Veilige Hard- en Software staan maatregelen zoals toezicht en certificering om de markt te bewegen om het veiligheidsniveau van het IoT te verhogen. Vooruitlopend op structurele Europese en internationale regels neemt Nederland deze maatregelen nu al.
Onder de huidige wetgeving kan een bloedverwant in de rechte lijn geen partner zijn in de zin van de partnervrijstelling voor de erfbelasting. In 2015 was dit echter nog wel mogelijk, mits de bloedverwant beschikte over een mantelzorgcompliment voor zorg die in 2014 aan de overledene was verleend. Maar een man die tot het overlijden van zijn vader voor hem had gezorgd en over 2014 geen mantelzorgcompliment had ontvangen, terwijl hij dit compliment voor de jaren 2011 tot en met 2013 wel had ontvangen, had volgens Hof Arnhem-Leeuwarden geen recht op de partnervrijstelling. Hierbij beriep het hof zich mede op de afschaffing van het mantelzorgcompliment en het ontbreken van enig overgangsrecht. Ook vond het hof dat de redelijkheid geen reden kon zijn om in deze zaak de partnervrijstelling toe te passen, omdat de rechter zich aan de wet moet houden en hierbij niet de innerlijke waarde of de billijkheid van de wet moet beoordelen. De Hoge Raad verklaarde het cassatieberoep van de zoon tegen de beslissing van het hof vervolgens niet-ontvankelijk.
Bij de vermogensrendementsheffing wordt een fictief rendement op vermogen belast. Maar nu de spaarrente al vele jaren extreem laag is, staat de heffing niet in verhouding tot het werkelijke rendement dat wordt behaald door belastingplichtigen wiens vermogen voornamelijk uit spaargeld bestaat. Daarom doet het kabinet nu onderzoek naar varianten van de box 3-heffing om deze mensen tegemoet te komen. Voor elke variant zal in kaart worden gebracht in welke mate de belastingheffing aansluit bij de werkelijke spaarrente, hoe robuust de variant is tegen belastingontwijking, wat de gevolgen zijn voor de administratieve lasten voor burgers, wat de gevolgen zijn voor de uitvoering en wat de budgettaire gevolgen zijn.
De Europese Commissie bracht op 18 juni aan het Europees Parlement verslag uit over de toepassing van de Handhavingsrichtlijn. Deze richtlijn verplicht uitgezonden werknemers, en in veel gevallen ook zakenreizigers, om zich voorafgaand aan hun tewerkstelling in de desbetreffende EU-lidstaat te registreren. De richtlijn is door iedere EU-lidstaat op eigen wijze in zijn nationale wetgeving ingevoerd. Een totaal gebrek aan uniformiteit is het resultaat. Voor internationale bedrijven leidt dit tot enorme administratieve lasten en hoge kosten. Het vrije verkeer van werknemers en de vrijheid om diensten in een andere EU-lidstaat te leveren, wordt als gevolg hiervan sterk belemmerd.